dinsdag 6 november 2012

Metallica with Michael Kamen conducting The San Francisco Symphony Orchestra - Nothing Else Matters

In 1992 scoorde de Amerikaanse heavy metalband Metallica de eerste top 10-hit uit hun carrière: "Nothing Else Matters" haalde de vijfde plek. In de jaren '90 wisten ook "One" (#3 in 1994) en "Until it Sleeps" (#9 in 1996) de bovenste tien te halen, voordat de eerste top 10-hit in een liveversie met The San Francisco Symphony Orchestra de vierde top 10-hit werd.
Deze versie van "Nothing Else Matters" stond op het album "S&M", een album van Metallica met de live-uitvoeringen van al hun grote hits en enkele albumtracks in samenwerking met The San Francisco Symphony Orchestra onder leiding van toetsenist Michael Kamen en dirigent Michael Tilson Thomas. Het werd de enige hit van het album.

Op 18 december 1999 kwam "Nothing Else Matters" binnen op #37 en dat leverde de twaalfde Top 40-hit voor de Amerikaanse heavy metalband op. Het duurde vijf weken voordat de top 10 gehaald werd en in de zesde week werd de hoogste notering (#5) gehaald. De plaat bleef lang rond die plek hangen in tegenstelling tot "Caught Out There" van Kelis en "Show Me the Meaning of Being Lonely" van Backstreet Boys, dat hypehits bleken en een plek vrij maakten voor Metallica toen die platen op de weg terug waren, net als hoger genoteerde platen die over hun hoogtepunt heen waren, zoals "Drop it" van Scoop en "Binnen" van Marco Borsato, waardoor "Nothing Else Matters" weer terugsteeg naar #5. Maar verder kwam de plaat niet, waardoor "Nothing Else Matters" en #5 onlosmakelijk verbonden bleken met elkaar. De plaat stond twintig weken in de Top 40, een record voor Metallica.

Na "Nothing Else Matters" scoorde Metallica nog drie Top 40-hits: "St. Anger" (#22 in 2003), "Frantic" (#32 in 2003) en "All Nightmare Long" (#38 in 2009).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten