Tussen het jaar van oprichting (1968) en het jaar van opheffing (1976) trad Deep Purple op in vier verschillende line-ups. Ze worden Mark I, II, III en IV genoemd. Deep Purple Mark I was (uiteraard) de samenstelling bij oprichting van de band in 1968. Toen de progressieve rocksound niet succesvol bleek te zijn, besloten gitarist Ritchie Blackmore, drummer Ian Paice en toetsenist Jon Lord om over te schakelen naar hardrock. Het drietal achtte vocalist Rod Evans en bassist Nick Simper onvoldoende geschikt voor de nieuwe sound en de laatste twee mochten vertrekken. Dat besluit was keihard, maar hoogstwaarschijnlijk bepalend voor het succes van Deep Purple in de eerste helft van de jaren 70.
Om de vacante posities op te vullen, werden zanger Ian Gallen en bassist Roger Glover gestrikt. Samen met Blackmore, Paice en Lord vormden zij dus Deep Purple Mark II. Met deze line-up boeken de manschappen uit Hertford hun successen. In 1970 wordt bijvoorbeeld de tweede plaats bereikt in thuisland Engeland en in Duitsland met "Black Night". Drie jaar later werd "Smoke on the Water" een wereldwijde hit. Het meest historische werk van de band werd echter enkel in de Benelux uitgebracht. "Child in Time" werd in 1970 op het album "Deep Purple in Rock" gezet. Een live-uitvoering in de Japanse stad Osaka werd in 1972 uitgebracht op single in de Lage Landen.
"Child in Time" bevat twee delen: een muzikaal en een tekstueel deel. Het muzikale deel is geïnspireerd door "Bombay Calling" van It's a Beautiful Day. Het orgelspel in dat lied werd iets aangepast en vervolgens gevormd tot basis van het deel. Daarnaast geldt deze solo van Jon Lord als één van de bekendere in de geschiedenis van de popmuziek. Tevens bevat "Child in Time" een gitaarsolo van Ritchie Blackmore.
Leadzanger en tekstschrijver Ian Gallen had "Bombay Calling" nog niet gehoord ten tijde van de opnames van "Child in Time". Daardoor kwam het tekstuele deel volledig uit zijn pen. Zij kozen voor de Vietnamoorlog als thema. De woorden Sweet child in time, you'll see the line waren al snel gevonden, waardoor er ook een basis werd gevormd voor dit deel van "Child in Time". Het hoge stembereik van Gallen maakt dat het vocale deel een belangrijk deel vormt van het iconische geheel "Child in Time".
Op 8 juli 1972 kwam "Child in Time" binnen in de Top 40. Het was de derde hit van Deep Purple, na "Black Night" (1970) en "Fireball" (1971). De eerste twee hits kwamen niet verder dan respectievelijk de 11de en de 25ste plaats. Met "Child in Time" werd het succes van de oorspronkelijke grootste hit "Black Night" nipt overtroffen. Op 22 juli 1972 werd de tiende plaats bereikt en dat bleek het hoogst haalbare voor de hardrockplaat. "Child in Time" was blijkbaar zijn tijd ver vooruit. Alle negen singles die Deep Purple in 1972 nog voor zich moest dulden, worden in alle allertijdenlijsten (ruim) ondergesneeuwd door het meesterwerk van de formatie.
1973 was het meest succesvolle hitjaar van de band. In het voorjaar kwam "Woman from Tokyo" tot de achtste plaats, waarmee het succes van "Child in Time" werd overtroffen. Ruim drie maanden later kwam "Smoke on the Water" tot nummer 12. Ook laatstgenoemde single is ondanks de relatief lage klassering uitgegroeid tot één van de grootste klassiekers uit de jaren 70. Na 1973 verlieten Ian Gallen en Roger Glover de band, maar twee jaar later waren ze als leden van Deep Purple alsnog in de top 10 te vinden.
Toen werd "Child in Time" namelijk opnieuw uitgebracht en met succes: de tiende plaats werd overtroffen. Veel stelde het niet voor, want datmaal was nummer 9 de hoogste positie voor de plaat. Daarna was Deep Purple niet meer in de hitlijsten te vinden. De groep laste in 1976 een pauze in, die duurde tot 1984. Na afloop van deze rustperiode kwam Deep Purple Mark II weer bij elkaar en waren Gallen en Glover dus teruggekeerd. Mark III en IV waren immers niet bijster succesvol. Blackmore verliet de groep in 1993 en Lord in 2002. Ze werden vervangen door respectievelijk Steve Morse en Don Airey. Jon Lord overleed op 16 juli 2012 aan de gevolgen van een longembolie. Hij werd 71 jaar.
Tegenwoordig geldt "Child in Time" als een ware Top 2000-klassieker. Het lied staat in de editie van 2015 op de achtste plaats en die notering is historisch laag; voorheen wist "Child in Time" structureel een notering bij de bovenste vijf te bemachtigen. De oorzaken liggen bij de actualiteit van "Imagine" van John Lennon, de recent uitgebrachte Nederlandstalige klassieker "Mag Ik Dan Bij Jou" van Claudia de Breij en de in populariteit stijgende track "Piano Man" van Billy Joel.
Top 2000 van 2015 (top 10)
#
|
artiest - titel
|
1 | John Lennon - Imagine |
2 | Queen - Bohemian Rhapsody |
3 | Eagles - Hotel California |
4 | Claudia de Breij - Mag Ik Dan Bij Jou |
5 | Led Zeppelin - Stairway to Heaven |
6 | Billy Joel - Piano Man |
7 | Boudewijn de Groot - Avond |
8 | Deep Purple - Child in Time |
9 | Pink Floyd - Wish You Were Here |
10 | Coldplay - Fix You |
jaar | # |
1999 | 3 |
2000 | 2 |
2001 | 2 |
2002 | 2 |
2003 | 3 |
2004 | 3 |
2005 | 4 |
2006 | 4 |
2007 | 4 |
2008 | 4 |
2009 | 5 |
2010 | 4 |
2011 | 3 |
2012 | 4 |
2013 | 4 |
2014 | 4 |
2015 | 8 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten