In 1978 had Paul Young (geboren op 17 januari 1956 in de Engelse stad Luton) als zanger van The Streetband een hitje in Groot-Brittanniƫ met "Toast". Gauw daarna stapte de Brit over naar de Q-Tips, waarmee hij in 1980 voor het eerst in de Nederlandse Tipparade stond. Die plaat, die de bizarre titel "S.Y.S.L.J.F.M." droeg, wist de Top 40 echter niet te bereiken. Zodoende had hij met zijn bands geen doorbraak weten te realiseren, dus moest het maar solo gebeuren. In 1982 tekende Young een platencontrct bij Columbia Records, waarna de Brit het album "No Parlez" uitbracht. Deze stap ging echter ook niet zonder slag of stoot, want de eerste twee singles "Iron Out the Rough Spots" en "Love of the Common People" flopten hopeloos. Paul Young gaf de hoop niet op en dat bleek terecht. "Wherever I Lay My Hat" hielp hem aan de grote doorbraak.
Paul Young gaf echter niet op en kreeg in 1983 loon naar werken.met "Wherever I Lay My Hat", eveneens een cover. Het origineel van soullegende Marvin Gaye is afkomstig van het album "That Stubborn Kinda Follow" uit 1962. In het lied maakt de ik-persoon aan een vrouw duidelijk dat hij niet haar ware is, simpelweg omdat hij niemands ware is. Hij is namelijk aan het zwerven tussen verschillende vrouwen, die hij vervolgens gedesillusioneerd verlaat.
"Wherever I Lay My Hat" was de eerste solosingle van Paul Young die de hitlijsten in eigen land haalde en hij deed het meteen goed. Op 23 juli 1983 was de eerste plaats in de UK Singles Chart een feit voor de Brit. De plaat bleef drie weken aan kop. In de Nederlandse hitlijst presteerde Young minder goed. Op 10 september 1983 maakte hij zijn debuut in de Top 40 en twee weken later werd de hoogste positie bereikt: een schamele 27ste plaats.
Niet lang daarna moest Nederland eraan geloven, want de opvolger van "Wherever I Lay My Hat" was "Come Back and Stay", een cover van een track van Jack Lee uit 1981. Met deze plaat stond Paul Young op 3 december 1983 op de tweede plaats in de Nederlandse Top 40. Dankzij de successen van "Wherever I Lay My Hat" en "Come Back and Stay" werd "Love of the Common People" in het voorjaar van 1984 opnieuw uitgebracht. In Groot-Brittanniƫ kwam de single niet verder dan de tweede plaats, maar in Ieland en Nederland bereikte Paul Young hiermee voor het eerst (en voor het laatst) de felbegeerde koppositie. De kroon op zijn werk was zijn bijdrage aan de kerstklassieker "Do They Know It's Christmas?" van Band Aid eind 1984.
Zodoende bleek "Wherever I Lay My Hat" voor Paul Young een opstapje naar continentaal succes. Hij leverde een belangrijke bijdrage aan de opkomst van de blue-eyed soul en vormde in de jaren 80 samen met Simply Red-zanger Mick Huchnall het boegbeeld van dat genre in die periode. Grote hits in Nederland scoorde Paul Young na 1984 echter niet meer. Tot 1991, toen hij samen met de Italiaanse muzikant Zucchero een nieuwe versie uitbracht van diens plaat "Senza una Donna" uit 1988. Met "Senza una Donna (Without a Woman)" bereikten Zucchero en Paul Young de derde plaats. Het was gelijk de laatste hit van Paul Young.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten