Als Michael Lee Aday (artiestennaam: Meat Loaf) zijn doorbraak aan één man te danken had, dan was het Jim Steinman. Hij was namelijk de componist van het succesalbum "Bat Out of Hell" uit 1978 en was daarmee hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de unieke sound die Meat Loaf de wereld liet veroveren. Vooral "Paradise By the Dashboard Light" wist uit te groeien tot een echte klassieker. In 1993 verscheen het langverwachte vervolg van "Bat Out of Hell". De eerste single "I'd Do Anything for Love (But I Won't Do That)" bereikte een succes en een status die deden denken aan "Paradise By the Dashboard Light". Meat Loaf was helemaal terug en had daarmee een zware periode afgesloten.
Verval
Het album "Bat Out of Hell" ging wereldwijd als warme broodjes over de toonbank, "Paradise By the Dashboard" staat in alle allertijdenlijsten in de bovenste regionen en "You Took the Words Right Out of My Mouth" wist in 1979 ook nog een grote hit te scoren. Het was dan ook een loodzware taak om dat album te evenaren qua succes en status. Toch is het vervolgalbum "Dead Ringer" ronduit teleurstellend te noemen. Het album wist nog geen achtste van de verkoopcijfers van "Bat Out of Hell" te halen en de single "Dead Ringer for Love" werd slechts een bescheiden hitje.
Onenigheid
Daarna begon zijn relatie met Jim Steinman steeds meer te vertroebelen. Meat Loaf weigerde onder meer het lied "Total Eclipse of the Heart", dat vervolgens een enorme klassieker werd van zangeres Bonnie Tyler. De albums van Meat Loaf uit de jaren '80 flopten op zijn beurt stuk voor stuk. Hij raakte zelfs bankroet en op persoonlijk vlak ging het ook nog de verkeerde kant op met hem. In de jaren '90 moest hij weer inkomsten gaan genereren om te voorkomen dat hij straatarm zou gaan worden. Dat kon echter alleen gebeuren wanneer hij de ruzies met Jim Steinman bij ging leggen en weer met hem ging samenwerken. En zo geschiedde.
Wederopstanding
In 1990 begonnen Meat Loaf en Jim Steinman aan het vervolg van "Bat Out of Hell". Het nieuwe album zou "Bat Out of Hell II: Back Into Hell" heten. Het was geen echt vervolg, want de tracks op "Bat Out of Hell II" hadden bar weinig te maken met die op "Bat Out of Hell". De reden waarom het als een vervolg werd gepresenteerd, was dan ook vooral commercieel getint. De strategie heeft gewerkt, want toen "Bat Out of Hell II" in 1993 verscheen, bleek dat al snel het meest succesvolle album sinds zijn 'voorganger'. De eerste single "I'd Do Anything for Love (But I Won't Do That)" wist daarnaast nog het succes van "Paradise By the Dashboard Light" aardig te benaderen. Meat Loaf was terug, tot ieders verrassing. Inclusief de hoofdpersoon, naar alle waarschijnlijkheid.
Verwarring
Het bombastische liefdeslied "I'd do Anything for Love (But I Won't Do That)" kent twee delen. In het eerste deel zingt Meat Loaf solo. Daar komt onder meer de zin Sometimes I pray to the God of sex and drums and rock and roll voor. Live zong hij echter geregeld de ongecensureerde versie daarvan, waarin drugs uiteraard op de plek van drums kwam te staan. De zinsnede I would do anything for love, but I won't do that zorgt echter voor de meeste verwarring bij het publiek. Ze vroegen zich namelijk af waar het woord that naar verwees. Het antwoord is betrekkelijk simpel: de zin voorafgaand aan I would do..., bijvoorbeeld But I'll never forget the way you feel right now, oh no, no way. That verwijst hier dus naar forget the way you feel right now.
Mrs. Loud
Het tweede deel zong Meat Loaf in duet met de Britse zangeres Lorraine Crosby, ondanks dat Patti Russo die rol tijdens live-optredens op zich neemt. In haar thuisbasis Newcastle upon Tyne ontmoette zij Stuart Emerson en met hem ging ze een zang-, schrijf- en liefdeskoppel vormen. Het koppel stuurde demo's van hun liederen naar Jim Steinman en die contracteerde het tweetal vervolgens bij platenlabel MCA Records. Op het moment van tekenen was zanger en platenbaas Meat Loaf "I'd Do Anything for Love (But I Won't Do That)" aan het opnemen en Crosby werd uitgenodigd om een gastrol op zich te nemen. Dat gebeurde en als 'Mrs. Loud' kreeg ze haar credits. Haar naam staat echter niet vermeld op de singlehoes.
Succes
"I'd Do Anything for Love (But I Won't Do That)" werd een wereldwijde monsterhit. Het lied stond in 28 landen op de eerste plaats. Nederland zou één van die landen worden. Op 9 oktober 1993 kwam de plaat binnen in de Nederlandse hitlijsten, om vier weken later "The Key: the Secret" van Urban Cookie Collective van de troon te stoten. De concurrentiestrijd met onder meer "Runaway Train" van Soul Asylum en "Gaia" van Valensia werd moeiteloos gewonnen, maar na zes weken zat de hegemonie van "I'd Do Anything for Love" er toch op. De hit werd voorbijgestreefd door "Pizza Lied (Effe Wachte...)" van André van Duin.
Meat Loaf scoorde zo zijn tweede nummer 1-hit, na "Paradise By the Dashboard Light" in 1978. Waar die plaat drie weken bovenaan bivakkeerde, verbleef "I'd Do Anything for Love" twee keer zo lang op de eerste plek.
Het was duidelijk: Meat Loaf was helemaal terug en hij werd niet meer enkel herinnerd aan het album "Bat Out of Hell". Na zijn comeback met "I'd Do Anything for Love" werd opvolger "Rock and Roll Dreams Come Through" nog een bescheiden hit. In 1995 haalde "I'd Lie for You (and That's the Truth)" de top 10, waardoor de financiële buffer van Meat Loaf alleen maar toenam. Het album "Bat Out of Hell III: the Monster Is Loose" was veruit het minst succesvolle deel van de "Bat Out of Hell"-trilogie, met alleen "It's All Coming Back to Me Now" (#26) dat de hitlijsten haalde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten