Talk Talk - Such a Shame

Toen hij psychologie studeerde, had George Cockcroft (geboren op 15 november 1932 in Albany, hoofdstad van de Amerikaanse staat New York) regelmatig last van uitstelgedrag. Om dat te bestrijden, maakte hij ooit een to-dolijst voor die dag. Daarna gooide hij een dobbelsteen en aan de hand van het aantal gegooide ogen werd bepaald wat hij als eerste ging doen. Deze methode bleek effectief en de dobbelsteen kreeg een steeds dominantere functie in zijn leven. Toen hij in een ziekenhuis werkte, bepaalde de dobbelsteen of hij twee verpleegsters 's avonds een lift ging geven. Hij gooide een oneven aantal ogen, dus de lift ging door. Met Ann, een van de verpleegsters, zou hij in 1956 trouwen. De relatie van Cockcroft met zijn dobbelsteen was uiteindelijk de inspiratie voor zijn debuutroman The Dice Man, die in 1971 verscheen.

Rod Stewart - Tom Traubert's Blues (Waltzing Matilda)

De Australische dichter Banjo Paterson (1864-1941) geniet in eigen land nog steeds een legendarische status. In 1895 kwam het volksliedje "Waltzing Matilda" uit zijn pen. Het lied gaat over een zwerver die een schaap steelt om zichzelf van eten te voorzien. Wanneer hij voor deze daad opgepakt dreigt te worden, laat hij zichzelf verdrinken in een billabong (Australisch watergebied). Het lied werd beroemd over de hele wereld en het was ook een inspiratiebron voor het bekendste werk van de Amerikaanse singer-songwriter Tom Waits. Diens track "Tom Traubert's Blues (Four Sheets to the Wind in Copenhagen)" bevat elementen van "Waltzing Matilda" en krijgt in de volksmond regelmatig (ten onrechte) de laatstgenoemde titel. Waits scoorde er nooit een hit mee, maar als songwriter kreeg hij er in 1992 aardig wat royalty's voor. Dat laatste had hij te danken aan Rod Stewart.

Phil Collins - I Wish It Would Rain Down

In 1985 kende Eric Clapton successen die hij minimaal een decennium niet had ervaren. De single "Forever Man" was de eerste Top 40-hit voor de bluesmuzikant sinds 1975 en het album Behind the Sun was op dat moment zelfs het bestverkochte soloalbum van Clapton ooit. Aan dat laatste succes leverde Phil Collins een belangrijke bijdrage als co-producer die op enkele tracks de drums of de synthesizer voor zijn rekening nam. Daar was "Forever Man" overigens niet een van. Collins en Clapton traden in 1985 ook samen op tijdens het legendarische liefdadigheidsconcert Live Aid en in 1986 werkten ze weer samen voor Claptons album August. Een vriendschap tussen twee Engelse rasmuzikanten kan een sterke basis vormen voor een echte klassieker en dat is in het geval van Phil Collins en Eric Clapton uiteindelijk ook gebeurd.

Tori Amos - Professional Widow (It's Got to Be Big)

In de jaren daarvoor timmerde Tori Amos al aan de weg, maar de Amerikaanse singer-songwriter brak pas echt door in 1994 met het album Under the Pink. Het haalde in Groot-Brittannië de eerste plaats in de albumlijsten en bracht met "Cornflake Girl" een echte klassieker voort. Voortborduren op dit succes zou echter ingewikkeld geweest zijn, want in datzelfde jaar kwam haar relatie met co-producer Eric Rosse ten einde. Hun muzikale paden scheidden eveneens en daardoor brak een nieuwe fase in haar loopbaan aan. Het album Boys for Pele uit 1996 was het eerste album dat Amos helemaal zelf produceerde. Sindsdien is zij in haar eentje producer van al haar albums, waaronder Native Invader, dat in september 2017 zal verschijnen. Sinds de release van Boys for Pele scoorde Tori Amos één Top 40-hit en ironisch genoeg moest daar een dj aan te pas komen.