Grammy Awards
In Los Angeles vond op 11 februari 2007 de zevende editie van de Grammy Awards plaats. De grote winnaars werden de Dixie Chicks. Zij wonnen vijf Grammy's, waarvan drie van de vier belangrijkste: Song of the Year, Album of the Year en Record of the Year. De titel Record of the Year werd met "Not Ready to Make Nice" gewonnen ten koste van "You're Beautiful" van James Blunt, "Be Without You" van Mary J. Blige, "Put Your Records on" van Corinne Bailey Rae en "Crazy" van Gnarls Barkley. Laatstgenoemde was als enige van de vijf genoemde platen niet genomineerd voor Song of the Year. Carrie Underwood kon echter met "Jesus, Take the Wheel" niet voorkomen dat "Not Ready to Make Nice" van Dixie Chicks ook die award in de wacht wist te slepen. De andere drie liederen overigens evenmin. In de categorie Album of the Year legden "St. Elsewhere" van Gnarls Barkley, "Continuum" van John Mayer, "Stadium Arcadium" van Red Hot Chili Peppers en "FutureSex/LoveSounds" van Justin Timberlake het af tegen "Taking the Long Way" van Dixie Chicks.
In de categorie Best New Artist was Carrie Underwood de beste ten koste van Chris Brown, Corinne Bailey Rae, Imogen Heap en James Blunt. Christina Aguilera won met "Ain't No Other Man" de prijs Best Female Pop Vocal Performance, waar John Mayer de mannelijke variant won met "Waiting on the World to Change" en The Black Eyed Peas de groepsvariant met "My Humps". "Sexy Back" van Justin Timberlake won de prijs Best Dance Recording en "Confessions on a Dance Floor" van Madonna was het beste electro/dance-album.
In het genre Rock waren de Red Hot Chili Peppers heer en meester, door met "Dani California" de awards Best Rock Performance by a Duo or Group with Vocal en Best Rock Song te winnen, waar "Stadium Arcadium" het beste rockalbum was.
Mary J. Blige was de meest succesvolle R&B-zangeres met drie awards uit dat genre. "Be Without You" was namelijk Best Female R&B Vocal Performance en Best R&B Song. "B'Day" van Beyoncé werd Best Contemporary R&B Album en Gnarls Barkley won de award Best Urban/Alternative Performance met "Crazy", alsook de award Best Alternative Music Album met "St. Elsewhere". De laatste noemenswaardige winnende plaat was "My Love" van Justin Timberlake en T.I., dat de award Best Rap/Sung Collaboration won.
Christina Aguilera stond tijdens haar optreden in Los Angeles stil bij het overlijden van James Brown op 25 december 2006. Zij zong "It's a Man's Man's Man's World". De andere gegadigden waren The Police, Mary J. Blige, Dixie Chicks, Justin Timberlake, Beyoncé, Smokie Robinson, Chris Brown, Lionel Richie, Ludacris, James Blunt, Gnarls Barkley, John Legend, John Mayer, Corinne Bailey Rae, Red Hot Chili Peppers, Shakira, Wyclef Jean, Robyn Troup, T.I., Carrie Underwood, Rascal Flatts en Earth, Wind & Fire.
De top 10
| 1 | Nelly Furtado - All Good Things (Come to an End) |
| 2 | Nienke - Het Huis Anubis |
| 3 | U2 - Window in the Skies |
| 4 | XYP - Body to Body |
| 5 | The Fratellis - Chelsea Dagger |
| 6 | Eric Prydz vs Floyd - Proper Education |
| 7 | VanVelzen - Burn |
| 8 | Carlos - The Silmarillia Remixes |
| 9 | Booty Luv - Boogie 2nite |
| 10 | Pussycat Dolls - Wait a Minute |
Nummer 1: Nelly Furtado - All Good Things (Come to an End)
Alles wat Nelly Furtado aanraakte, veranderde in waardevol metaal. Het was haar echter één keer gelukt om iets in goud te veranderen. Die ene keer was op 10 februari 2007. Met "All Good Things (Come to an End)" steeg ze op 30 december 2006 naar de tweede plaats, waardoor ze een persoonlijk record vestigde. Ze kwam namelijk nooit verder dan de derde plaats met "Força". Het duurde echter daarna nog zes weken voordat het een plaats hoger wist te komen en dat gebeurde dan ook via een omweg. De posities tot en met de stijging naar nummer 1 waren 16-4-2-2-2-3-4-4-1. Op 17 februari 2007 wist ze er een tweede week op #1 aan toe te voegen.
Nelly Furtado werd op 2 december 1978 geboren in de Canadese stad Victoria. Op 3 maart 2001 maakte ze haar debuut in de Top 40 met "I'm Like a Bird", dat de vierde plaats haalde. Het was gelijk het begin van een reeks zes achtereenvolgende top 10-hits, dat voortgezet werd met "Turn Off the Light" (#7 in 2001), "Shit on the Radio (Remember the Days)" (#7 in 2002), "Powerless (Say What You Want)" (#5 in 2004), "Try" (#10 in 2004) en "Força" (#3 in 2004). #13-hit "Explode" maakte eind 2004 aan deze fraaie reeks een einde, waarna het plotseling stil werd.
Totdat "Maneater" in de zomer van 2006 verscheen als eerste single van het nieuwe album "Loose". Het albu werd geproduceerd door Timbaland en had een sterk hiphop-, R&B- en jaren '80-karakter. Dat was een opvallende move na het meer door pop en folk geïnspireerde "Whoa, Nelly!" en "Folklore". Het album "Loose" leverde Furtado haar eerste Britse ("Maneater") en haar eerste Amerikaanse ("Promiscuous") nummer 1-hit. Op 10 februari 2007 volgde haar eerste Nederlandse nummer 1-hit met "All Good Things (Come to an End)". De plaat deed de titel eer aan, want het voerde de Top 40 slechts twee weken aan en daarna bereikte Nelly Furtado nooit meer de nummer 1-positie.
Tranceklassieker in de herkansing
De top 10 van 17 februari 2007 kende een opvallende nieuwkomer. Carlos steeg namelijk naar de achtste plaats met een remake van "The Silmarillia", een #25-hit uit 1998. Die plaat geldt tegenwoordig als een absolute klassieker in het genre, maar het was destijds zijn tijd vooruit, waardoor het slechts op nummer 25 bleef steken. Carlos Resoort, de echte naam van Carlos, produceerde later samen met Jan de Vos onder de naam 4 Strings, dat hits scoorde met "Take Me Away (Into the Night)" (#25 in 2002), "Diving" (#29 in 2002) en "Let it Rain" (#25 in 2003). Hoog scoren in de hitlijsten leek dan ook een utopie voor Resoort, maar zijn "The Silmarillia" was in 2007 in de remix gegaan en dat bleek een groot succes.
Er waren in 2007 meer voorbeelden van acts die scoorden met een nieuwe versie van een oude hit. Zo bereikte Niels van Gogh later dat jaar met "Pulverturm 2.0" nummer 22, zes plaatsen lager dan het origineel in 1998. Ook "Wonderfull Days" van Charly Lownoise & Mental Theo (#2 in 1995) ging in de herkansing, met een 27ste plaats eind 2007 tot gevolg.
Dit fenomeen bleek in 2008 succesvoller met een #2-notering voor "Infinity 2008" van Guru Josh Project, waar "Infinity (1990's... Time for the Guru)" van Guru Josh in 1990 een plek lager piekte. Het meest opvallende was de nummer 1-notering van "Show Me Love 2008" van Robin S, waar het origineel in 1993 slechts de dertiende plaats bereikte. Verder kwam Ian Carey op nummer 10 met "Keep on Rising", 25 plaatsen hoger dan "Rise" van Soul Providers, waar Ian Carey deel van uitmaakte. Ook werden beide versies door Michelle Shellers ingezongen. Verder gingen "Waterfall" van Atlantic Ocean (#2 in 1994), "I Begin to Wonder" van J.C.A. (#9 in 2002), "The Summer Is Magic" van Playahitty (Tipparade in 1994) en "King of My Castle" van Wamdue Project (#2 in 1999) in de remake, met wisselend succes.
De succesreeks van The Pussycat Dolls
"Wait a Minute" was in de Top 40 van 17 februari 2007 de snelste stijger. De plaat steeg namelijk van #32 naar #10. Een opmerkelijke sprong, gezien de daling van #31 naar #32 de week daarvoor. Daarmee haalden The Pussycat Dolls met hun eerste zes Top 40-hits de top 10. Ver verwijderd van het record van 2 Unlimited (dertien in de periode 1991-1995), maar vanzelfsprekend was het zeker niet. Hier een overzicht van de zes top 10-hits, waarvan de eerste drie met elkaar geschiedenis geschreven.
"Don't Cha"
Op 10 september 2005 maakten The Pussycat Dolls hun debuut in de Top 40. "Don't Cha" kwam binnen op plaats 14, zeer hoog voor een debutant. De verwachtingen waren dan ook hooggespannen en die werden waargemaakt met een tweede plaats achter "You're Beautiful" van James Blunt. Het was een samenwerking met Busta Rhymes, die zijn grootste hit scoorde. Hij kreeg namelijk geen credit voor "Never Leave You (Uh Oooh, Uh Oooh)", een #1-hit van Lumidee uit 2003 waar hij ook op te horen was.
"Stickwitu"
Op 14 en 21 januari 2006 waren The Pussycat Dolls op dezelfde positie te vinden als op 24 september en 1 oktober 2005. De ballad "Stickwitu" werd gekozen als opvolger van "Don't Cha" en het piekte op dezelfde positie als de plaat waarmee de meidengroep debuteerde. Deze keer was "Talk" van Coldplay de boosdoener die The Pussycat Dolls van de eerste plaats af hield. De laatste act die met zijn eerste twee hits op de tweede plaats bleef steken, was Color Me Badd ("I Wanna Sex You Up" en "All 4 Love" in 1991).
"Beep"
Met "Beep" deden The Pussycat Dolls een nieuwe poging om de eerste plaats te bereiken. De hulp van will.i.am werd ingeschakeld, maar de hoogste notering werd op 8 en 15 april 2006 bereikt: nummer 2. Daarmee schreef PCD geschiedenis, want nooit eerder bereikte een act met zijn eerste drie Top 40-hits steevast de tweede plaats. Deze keer was het de beurt aan Raffaëla om The Pussycat Dolls dwars te zitten door de lijst aan te voeren met "Right Here Right Now".
"Buttons"
Busta Rhymes, will.i.am en Snoop Dogg behoren tot het illustere rijtje rappers met wie The Pussycat Dolls een hit wisten te scoren. Met "Buttons" was laatstgenoemde rapper de gelukkige in de zomer van 2006. Hoewel, gelukkig? Hij was de gastartiest op de allereerste hit van The Pussycat Dolls die de tweede plaats niet wist te halen. "Buttons" bereikte op 15 en 22 juli 2006 de hoogste notering en dat was 'slechts' de zesde plaats onder "Rood" van Marco Borsato, "Hips Don't Lie" van Shakira en Wyclef Jean, "Crazy" van Gnarls Barkley, "Mas Que Nada" van Sergio Mendes en The Black Eyed Peas en "Put Your Hands Up 4 Detroit" van Fedde Le Grand.
"I Don't Need a Man"
Van het moment van binnenkomst (21 oktober 2006) tot en met 6 januari 2007 bivakkeerde "I Don't Need a Man" in de regio 4-10. De binnenkomst op #10 en twaalf weken in de top 10 blijven staan zonder de top 3 te bereiken waren bij elkaar unieke prestaties. "I Don't Need a Man" is door het Amerikaanse vrouwenblad Cosmopolitan op #2 gezet in het klassement Best break-up songs achter "Single Ladies (Put a Ring on it)" van Beyoncé.
"Wait a Minute"
Op 10 februari 2007 zakte "Wait a Minute" van The Pussycat Dolls in de tweede week van #31 naar #32 en leek een top 10-notering ver weg. De merkwaardige stijging van #32 naar #10 zorgde er echter voor dat de 100%-score van The Pussycat Dolls intact bleef. De teller top 10-hits van The Pussycat Dolls vanaf het debuut stond daarmee op zes. "Wait a Minute" zou uiteindelijk pieken op nummer 7.
De reeks zou blijven bij zes, want "When I Grow Up" wist in 2008 niet verder te komen dan een teleurstellende 25ste plaats. Opvolger "I Hate This Part" bleef vervolgens op #27 steken en daarna scoorde PCD geen hit meer. Inmiddels zijn ze uit elkaar.
Cascada had geen wonder nodig
De hoogste binnenkomer op 17 februari 2007 en twee weken later in de top 10. Geen wonder, maar simpelweg een goede prestatie van de Duitse dance-act Cascada. Leadzangeres Natalie Horler en producenten DJ Manian en Yanou hadden in 2006 echter wel een wonder nodig om de top 10 te bereiken met "Everytime We Touch". De binnenkomst op #40 en een daling van #20 naar #22 drie weken later maakten het onwaarschijnlijk dat het de top 10 zou gaan bereiken. Dankzij een miracle werd de tiende plaats alsnog gehaald. Yanou stond daardoor voor de tweede keer in de top 10, want in 2003 bereikte de Candlelight Remix van "Heaven" (een samenwerking met DJ Sammy en de jonge, talentvolle Nederlandse zangeres Do) nummer 5. Top 10-notering nummer 3 voor Yanou en nummer 2 voor Cascada was in maart 2007 een feit met "Miracle". Op 17 februari 2007 was het de hoogste nieuwe binnenkomer op #22.
Het wist uiteindelijk ze zesde plaats te bereiken in de Top 40 en daarmee werd "Miracle" een grotere hit dan debuutplaat "Everytime We Touch". Daarna begon het succes af te nemen, met bescheiden succesjes van "Truly, Madly, Deeply" (#29 in 2007) en "What Hurts the Most" (#23 in 2008). "Because the Night" wist vervolgens in 2009 de Top 40 niet eens te halen. Weinig mensen zullen toen hebben verwacht dat Cascada nog in dat jaar een nummer 1-hit zou scoren. Met "Evacuate the Dancefloor" werd die prestatie verwezenlijkt. De plaat stond twee weken op de eerste plaats en daarmee is het tot op de dag van vandaag veruit de grootste hit geweest voor Cascada. De Top 40 werd nog bereikt met "Fever" (#24 in 2009), "Pyromania" (#29 in 2010) en "San Francisco" (#11 in 2011).
Ondertussen hadden DJ Manian en Yanou alweer succes in een andere dance-act. Samen met leadzanger Tony T. vormden ze het trio R.I.O. Zonder laatstgenoemde zanger werd eind 2007 gedebuteerd met "De Janeiro". Die plaat piekte op nummer 9 en daarmee was het gelijk één van de twee grootste hits van R.I.O. De tweede was "When the Sun Comes Down", dat in 2009 net zo hoog wist te komen.
Alternatieve muziek floreert
Alternatieve rockmuziek van Britse bands scoort over het algemeen zelden hoog in de hitlijsten. Een uitzondering was de periode eind 2006/begin 2007, toen Razorlight een grote hit scoorde met "America", The Fratellis met "Chelsea Dagger" scoorden en Kaiser Chiefs hun debuut maakten in de Top 40 met "Ruby".
De uit Leeds afkomstige rockband Kaiser Chiefs werd in 2000 opgericht met de leden Ricky Wilson (zang), Andrew "Whitey" White (gitaar), Simon Rix (bas), Nick "Peanut" Baines (keyboard) en Nick Hodgson (drums). Het 3FM-publiek maakte in 2005 kennis met de band, toen het album "Employment" uitgebracht werd en de singles "Oh My God", "Everyday I Love You Less and Less", "I Predict a Riot" en "Modern Way" bescheiden hitjes werden, maar veel airplay kregen op de publieke radiozender. De rest van het grote publiek leerde Kaiser Chiefs in 2007 kennen, toen de single "Ruby" werd uitgebracht van het album "Yours Truly, Angry Mob". "Ruby" kwam op 17 februari 2007 binnen in de Top 40 op nummer 32. Een week later steeg het naar #31, maar dat bleek een valse start. Op 24 maart 2007 piekte "Ruby" namelijk op #7, waarmee de populariteit van Britse alternatieve rockmuziek werd onderstreept.
In de week van de binnenkomst van "Ruby" stond "Chelsea Dagger" van The Fratellis op #5. De populariteit van de plaat was mede te danken aan het feit dat het het themanummer was van 3FM Serious Request 2006. Toch was het illustratief voor de populariteit van de alternatieve muziek. Uiteindelijk wist "Chelsea Dagger" te pieken op #4.
De 'hoogtijdagen' waren van korte duur: Razorlight, The Fratellis en Kaiser Chiefs bleken eendagsvliegen en grote hits in het alternatieve circuit uit Groot-Brittannië vielen in 2007 niet meer te noteren. Uit de Verenigde Staten kwam nog de #8-hit "Hey There Delilah" van Plain White T's, maar die band heeft dezelfde titel gekregen als Razorlight, The Fratellis en Kaiser Chiefs: eendagsvlieg.
Amy Winehouse debuteert
Duffy scoorde in 2008 een nummer 1-hit met "Mercy" en Adele debuteerde destijds met "Chasing Pavements", scoorde later dat jaar met "Make You Feel My Love" een top 3-hit en later werden "Rolling in the Deep", "Set Fire to the Rain" (beiden 2011) en "Skyfall" (2012) nummer 1-hits. Beide zangeressen werden tijdens hun doorbraak de nieuwe Amy Winehouse genoemd. De echte Amy Winehouse debuteerde op 17 februari 2007 met "Rehab", maar toen had ze al een succesalbum afgeleverd met "Frank".
Amy Winehouse werd op 14 september 1983 geboren in Londen. Op 20-jarige leeftijd bracht ze haar debuutalbum "Frank" uit, dat goed ontvangen en verkocht werd. Ze bleef echter verstoken van Top 40-hits van dat album. Dat was echter compleet anders bij haar tweede album "Back to Black", waar "Rehab" een voorproefje van was. Het wist de zeventiende plaats te halen in de Top 40 en daarmee was het debuut van Amy Winehouse verdienstelijk te noemen. In 2008 bereikte Amy Winehouse haar hoogtepunt door met "Valerie", een samenwerking met Mark Ronson, de Top 40 aan te voeren voor vier weken.
Winehouse haalde echter extreem vaak de bladen met andere zaken dan haar muziek. Zo had ze alcohol- en drugsproblemen. De plaat "Rehab" schreef ze dan ook omdat iedereen haar in de afkickkliniek wilde hebben, maar zij zei "nee, nee, nee". Uiteindelijk was ze toch om en belandde ze in een afkickkliniek.
Haar drugs- en alcoholproblemen werden haar op 23 juli 2011 fataal. Amy Winehouse overleed op 27-jarige leeftijd aan alcoholvergiftiging. Vlak na haar dood bereikte "Back to Black" (van het gelijknamige album) nog de Top 40 (#18). Later dat jaar kwam daar nog een vierde bij. Een duet met de toen 85-jarige Tony Bennett (84 tijdens de opnames), naar verluidt haar allerlaatste opname, haalde de 31ste positie. Het lied heette "Body and Soul".
Amy Winehouse overleed op de legendarische leeftijd van 27 jaar. Daardoor wordt ze beschouwd als lid van de Club van 27 en behoort ze in een groep met Brian Jones (Rolling Stones), Jimi Hendrix, Jim Morrison (The Doors), Janis Joplin en Kurt Cobain (Nirvana).
Kort nieuws
Net als de week daarvoor bestond de top 4 van 17 februari 2007 enkel uit nummer 1-hits. Dat kwam op 27 mei 2000 voor het laatst voor:
| 1 | Bon Jovi - It's My Life |
| 2 | Britney Spears - Oops!...I Did it Again |
| 3 | Melanie C ft. Lisa 'Left-Eye' Lopes - Never Be the Same Again |
| 4 | Bomfunk MC's - Freestyler |
"Window in the Skies" van U2, dat in een eerder stadium twee weken de Top 40 aanvoerde, steeg van #4 naar #3. De laatste keer dat een ex-nummer 1-hit steeg, was op 1 juli 2006. Toen steeg "Hips Don't Lie" van Shakira en Wyclef Jean van #3 naar #2. Diezelfde sprong werd op 25 februari 2006 gemaakt door Kelly Clarkson met "Because of You". Ook die plaat stond in een eerder stadium op nummer 1.
"Exceeder" van Mason (2006) werd in de blender gegooid met "Perfect" van Princess Superstar (2007) en zodoende beleefden beiden hun Top 40-debuut op #23. De zeventiende plaats bleek het hoogst haalbare en daarna waren ze niet meer in de hitlijsten te vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten