zondag 6 juli 2014

Top 40 Classic: 23 oktober 1982

We gaan terug naar 23 oktober 1982. Wat niemand in Nederland (op getuigen na) toen, is dat eerder die week de grootste voetbalramp aller tijden plaatsvond. De UEFA Cup-wedstrijd tussen Spartak Moskou en HFC Haarlem (2-0 voor Spartak Moskou) eindigde in de Loezjnikiramp. Britse muziek werd destijds steeds populairder, getuige de nummer 1-notering voor The Dire Straits en de opmars van Culture Club. Anita Meyer scoorde haar vijfde top 10-hit en Lee Towers zijn tweede, maar de twee Nederlandse artiesten vormden tegen die tijd nog geen duo. Diana Ross scoorde haar dertiende hit en Spargo had eveneens een nieuwe hit. Daarnaast was "Pass the Dutchie" van Musical Youth op weg naar groot succes.

Loezjnikiramp
Op 20 oktober 1982 speelden Spartak Moskou en HFC Haarlem tegen elkaar in de UEFA Cup. HFC Haarlem, dat zijn eerste seizoen in een Europees toernooi meemaakt, heeft eerder AA Gent verslagen en werd vervolgens aan Spartak Moskou gekoppeld. Het was een winderige avond en het sneeuwde. Vroeg in de wedstrijd kwam Spartak Moskou op voorsprong.
De supporters van Spartak Moskou maakten veel geluid en droegen rood-witte sjaals en shirts (in de clubkleuren van Spartak Moskou). Dat mocht niet van de militie en in het verleden werden veel van die sjaals en shirts in beslag genomen. Echter hadden de supporters van Spartak Moskou een wapen tegen de militie: sneeuwballen. Voetbal is een zomersport in Rusland, maar door de speelkalender van de UEFA Cup moest Spartak Moskou - HSC Haarlem wel in de winter gespeeld worden. De militie pikte dat niet en had daardoor slechts één uitgang voor de helft geopend. Dit om de daders makkelijker op te pakken. Vijf minuten voor het einde besloten verschilende supporters van Spartak Moskou te vertrekken uit het stadion, om een enorme mensenmassa voor te zijn onderweg naar de metro. Vervolgens viel er een vrouw en daarna vielen talloze supporters over elkaar heen door het spekgladde beton.
Middenin deze situatie scoorde Spartak Moskou het tweede doelpunt van de wedstrijd, waardoor (naar schatting) 30 tot 40 mensen terug wilden liepen om de herhaling te zien op een groot scherm. Daardoor botsten twee stromen supporters op elkaar en doordat de militie slechts één uitgang (met een breedte van één meter) opende, werd de verdrukking alleen maar groter. De militie deed dit als straf voor de sneeuwballen die ze incasseerden en de soldaten legden aan de supporters uit dat deze situatie 'hun verdiende loon' was.
Volgens autoriteiten uit de Sovjet-Unie vielen er 66 doden. Tot die tijd stond de stadionramp in het Ibrox Stadion in Glasgow in 1971 bekend als de grootste stadionramp in de geschiedenis, met een dodenaantal van 66. Als de autoriteiten in Moskou bekend zouden maken dat deze ramp meer levens had gekost, dan zou het communisme in diskrediet worden gebracht en daarmee de macht van de Sovjet-Unie.
De autoriteiten verboden wedstrijden in het Leninstadion (later Loezjnikistadion) eind oktober, om te voorkomen dat nabestaanden van de overleden supporters bloemen konden leggen. In 1989 was er dan ook voor het eerst een document naar buiten gebracht over de ramp, toen het communisme steeds meer aan macht begon te verliezen. Volgens onbevestigde berichten lag het dodenaantal op 340, maar achter het specifieke aantal is nog niemand gekomen. Dat maakt dat dit niet alleen één van de grootste stadionrampen is (zo niet, dé grootste), maar ook één van de meest verzwegen rampen. Ten tijde van 23 oktober 1982, de dag van de Top 40 Classic, wist het grote publiek nog lang niet van de ramp af.

De top 10
dw
vw
aw
artiest - titel
117Dire Straits - Private Investigations
283Donna Summer - State of Independence
336Third World - Try Jah Love
427Survivor - Eye of the Tiger
555Dolly Dots - Do Wah Diddy Diddy
648Dexys Midnight Runners & the Emerald Express - Come on Eileen
764June Lodge - More Than I Can Say
894David Christie - Saddle Up
9232Anita Meyer - Idaho
10153Lee Towers - I Can See Clearly Now

Nummer 1: Dire Straits - Private Investigations
In 1978 kende de band Dire Straits zijn doorbraak met "Sultans of Swing". In die tijd werd de muziekwereld gedomineerd door punk- en new wave-muziek, waardoor de Dire Straits met hun gitaarrock tegen de stroom in gingen. Dat leverde desondanks een top 10-hit op. "Private Investigations" kwam van het vierde album "Love Over Gold" en in vergelijking met de bezetting tijdens de oprichting had David Knopfler (toetsenist/gitarist) de band verlaten en voor hem zijn Hal Lindes (gitaar) en Alan Clark (toetsen) in de plaats gekomen. De andere leden tijdens de oprichting, te weten Mark Knopfler (leadzanger/leadgitarist), John Illsley (bassist) en Pick Withers (drummer), waren er nog steeds. De sound had in vergelijking met "Sultans of Swing" een radicale wijziging ondergaan en met "Love Over Gold" waren de Dire Straits de progressieve kant op gegaan met langere tracks en meer expertimenten met de instrumenten.
"Private Investigations" duurt vijf minuten en 53 seconden en daarmee is het de op één na langste nummer 1-hit. De langste nummer 1-hit is tot nu toe "Hey Jude" van The Beatles uit 1968 (7:08). Daarnaast duurde "Bohemian Rhapsody" van Queen (nummer 1 in 1976) twee seconden langer dan "Private Investigations".
"Private Investigations" stond op 23 oktober 1982 voor de vierde week op #1 en stond dus net zo lang op #1 als "Maid of Orleans (The Waltz Joan of Arc)" van Orchestral Manoeuvres in the Dark (1982) en "Lola (Live)" van The Kinks (1981). De laatste Britse act die langer op #1 stond, was "If I Had Words" van Scott Fitzgerald (zeven weken in 1978). Echter deed hij dat in samenwerking met de Nederlandse Yvonne Keeley. Voor de laatste volledig Britse plaat die langer dan vier weken op #1 stond, hoeven we vanuit die positie echter niet ver terug te kijken, want "If I Had Words" verstootte "Mull of Kintyre" van Wings van de eerste plaats. Laatstgenoemde voerde de hitlijsten vijf weken aan. Uiteindelijk bleek het de laatste week op #1 te zijn voor Dire Straits. Opvolger "Twisting By the Pool" werd eveneens een succes (#5) en daarmee had de verandering van stijl goed uitgepakt. Een nummer 1-hit zouden de Dire Straits nooit meer krijgen. "Calling Elvis" (#2) was in 1991 heel dichtbij, maar het bleek niet opgewassen tegen één van de grootste hits van de jaren '90: "(Everything I Do) I Do it for You" van Bryan Adams.

Donna Summer is terug
In 1974 kende Donna Summer haar debuut in de hitlijsten met "The Hostage", dat zeer succesvol bleek met een tweede plaats in de Top 40. Al snel bleek dat het succes geen incident was, want "Lady of the Night" werd in 1975 een top 5-hit en "Could It Be Magic" evenaarde in 1976 de prestatie van "The Hostage". In 1977 was de eerste nummer 1-hit van Donna Summer een feit met "I Feel Love". Sindsdien werd de top 5 nooit meer gehaald, hoewel "Down, Deep Inside" (1977), "Last Dance" (1978), "Bad Girls" (1979) en "Love Is in Control (Finger on the Trigger)" (1982) helemaal niet slecht presteerden met een top 10-hit. Maar de stijging van "State of Independence" op 23 oktober 1982 naar #2 leverde Donna Summer eindelijk weer een hit op in de lijn van "The Hostage", "Could It Be Magic" en "I Feel Love". Om dat succes te krijgen, had Donna Summer echter wel de hulp nodig van producer Quincy Jones.
In 1980 tekende Donna Summer een contract bij Geffen Records, nadat haar (zeer succesvolle) samenwerking met Casablanca Records eindigde met een conflict. Donna Summer wilde namelijk ook materiaal uitbrengen in andere genres dan alleen disco, maar Casablanca Records stond alleen disco toe. Uiteindelijk kon ze bij Geffen Record muziek maken die dichter bij haar en haar geloof lag. Dat leverde weinig succes op met het album "The Wanderer", maar des te meer met het album "Donna Summer". Eerste single "Love Is in Control (Finger on the Trigger)" leverde de zesde plaats op in Nederland, maar opvolger "State of Independence" werd een veel grotere hit. De plaat is een cover van de gelijknamige track van Jon & Vangelis uit 1981, maar waar het origineel genadeloos flopte, werd de cover één van de grootste hits van Donna Summer. De plaat werd voorzien van een koor met Lionel Richie, Michael Jackson, Stevie Wonder, Dionne Warwick en de gitarist was Eric Clapton. Dat leverde dus een enorme hit op en na de stijging van #8 naar #2 zou "State of Independence" gedurende één week de eerste plaats bezetten. Het was daarmee de tweede nummer 1-hit voor Donna Summer, na "I Feel Love".
Na "State of Independence" haalde ze met "The Woman in Me" (#7) wederom de top 10, waarna het weer bergafwaarts ging met haar carrière. Maar ook haar tweede dip overleefde ze, zij het kortstondig. Weer moest er nieuw personeel aangetrokken worden om de honneurs waar te nemen als producer, maar het destijds zeer succesvolle trio Stock Aitken Waterman was het brein achter het succes van "This Time I Know It's for Real", een nummer 5-hit uit 1989. Dat bleek haar laatste grote hit. Donna Summer overleed op 17 mei 2012 aan longkanker. Ze werd 63 jaar oud.

Second British Invasion
De Britse muziek was sinds 1978 weer aan een opmars bezig. Bands als Dire Straits, The Police en The Pretenders braken door. De Second British Invasion (de tweede Britse invasie, na het tijdperk van The Rolling Stones en The Beatles) was in 1982 pas echt een feit, toen nieuwe bands als Ph.D., Orchestral Manoeuvres in the Dark en Tight Fit een nummer 1-hit scoorden. Ook de Dexys Midnight Runners, The Jam en Bananarama kenden hun doorbraak in 1982. In de Top 40 van 23 oktober 1982 zijn eveneens tekenen van de Britse invasie zichtbaar. De Dire Straits stonden voor de vierde week op #1 met hun eerste nummer 1-hit "Private Investigations" en daarnaast gingen "Pass the Dutchie" van Musical Youth en "Do You Really Want to Hurt Me?" van The Culture Club met grote sprongen vooruit. Uiteindelijk wisten het beiden grote hits te worden.
Tot en met 23 oktober waren de Nederlandse hitlijsten in 1982 vijftien weken aangevoerd door een Britse artiest. Waar de Britse muziek na 1967 aan een vrije val bezig was en in 1979 en 1980 een dieptepunt kende met bij elkaar opgeteld negen weken Britse muziek op #1 in Nederland, stond het aantal in 1981 plotseling op 20. Dat was het hoogste aantal sinds 1972, toen het aantal weken van Britse glorie gelijk was aan het aantal weken in 1981. Daarbij moet ook nog de aantekening gemaakt worden dat negen van de twintig weken in 1972 een plaat van Middle of the Road de eerste plaats bezette, verdeeld over "Sacramento" (zeven weken) en "The Talk of All the U.S.A." (twee weken). De Britse popmuziek kende weer nieuwe hoogtijdagen, al zouden de cijfers in 1965, 1966 en 1967 niet geëvenaard worden. (bij elkaar 108 weken, waarvan een groot deel door The Beatles en een iets minder groot deel The Rolling Stones).
Uiteindelijk werd de Top 40 in 1982 negentien weken aangevoerd door een Britse act, want "Pass the Dutchie" van Musical Youth wist de hitlijsten vier weken aan te voeren. "Do You Really Want to Hurt Me" van Culture Club bleef op #2 steken, maar wist met "Karma Chameleon" in 1983 wel de eerste plaats te bereiken. In 1983 werd de Top 40 in totaal negen weken door een act uit Engeland aangevoerd, maar dat aantal steeg in 1984 naar 25 en dat aantal bedroeg 26 in 1985 en 28 in 1986. Daarna daalde het aantal in de jaren '80. Britse nummer 1-hits in de periode van de Second British Invasion kwamen verder van Paul Young, Duran Duran, Wham! (en George Michael), Frankie Goes to Hollywood, Bronski Beat (en The Communards), Tears for Fears en Simple Minds.

Drie top 10-hits op rij voor Anita Meyer
In 1976 debuteerde Anita Meyer met "The Alternative Way", dat direct een nummer 1-hit werd. Opvolger "You Can Do it" wist de negende plaats te halen en sindsdien ging het bergafwaarts. Maar daar was dan het album "Shades of Desire", het meest succesvolle album dat Anita Meyer heeft uitgebracht. Het bevatte haar tweede nummer 1-hit "Why Tell Me Why", dat de bestverkochte single van 1981 werd. Opvolger "They Don't Play Our Lovesong Anymore" wist de derde plaats te halen. Wegens dat enorme succes waren de verwachtingen hooggespannen voor het album "Past Present and Future". De eerste single daarvan werd "Idaho" en die single beleefde een veelbelovende start met een entry op #23 en een stijging naar #9 de week erna. Nog nooit eerder wist een Nederlandse zangeres drie top 10-hits op rij te scoren. Dat record was even later echter geëvenaard door Vanessa, die amper twee maanden later haar derde top 10-hit op rij scoorde met "Cheerio". Vandaag de dag heeft Anouk het record op haar naam staam met vier top 10-hits op rij in de periode 1998-2000. Verder wist Ilse DeLange in de periode 2008-2009 drie top 10-hits op rij te scoren, maar hiermee zijn nu alle gevallen genoemd. Daarmee wordt maar eens onderstreept hoe uitzonderlijk de prestatie was van Anita Meyer. Uiteindelijk wist ze met "Idaho" de vierde plaats te bereiken, waardoor ze haar record aanscherpte. Vandaag de dag is Anita Meyer nog altijd de enige Nederlandse zangeres geweest die drie top 5-hits op rij scoorde.
Na "Idaho" ging het bergafwaarts. Ze wist met vijf hits op rij de top 10 niet te bereiken, waarna "The Story of a New Born Love" en "Sometimes When We Touch" de Top 40 niet eens haalden. In 1986 haalde ze de negende plaats met "Run to Me", een duet met Lee Towers. Dat bleek haar laatste top 10-hit, hoewel ze ook te horen was op het "Koningslied" (#2 in 2013). Dat telt echter niet mee voor de statistieken van Anita Meyer.

Ander nieuws
  • Lee Towers scoorde zijn tweede top 10-hit met "I Can See Clearly Now", dat van #15 naar #10 steeg. De eerste top 10-hit was "You'll Never Walk Alone", een nummer 5-hit uit 1976. Verder dan #10 kwam hij niet met de plaat, waarna hij met vier platen op rij in de Tipparade bleef steken. Daarna scoorde hi in duet met Anita Meyer een #9-hit met "Run to Me" en net als laatstgenoemde zangeres was ook hij te horen op het "Koningslied".
  • Diana Ross scoort haar dertiende Top 40-hit met "Muscles", de eerste single van het album "Silk Electric". "Silk Electric" was de opvolger van "Why Do Fools Fall in Love", dat de gelijknamige nummer 1-hit voortbracht. "Muscles" haalde de tiende plaats.
  • De Oostenrijkse schlagerzanger Andy Borg (2 november 1960) debuteerde met "Adios Amor" op #32. Het bleek zijn laatste hit.
  • De Nederlandse popgroep Spargo mocht er weer een Top 40-hit bijschrijven. "So Funny" werd door de entry op #34 de zevende Top 40-hit, maar kwam niet verder dan #29. Daarmee was een fraaie reeks van drie top 5-hits ("One Night Affair", "Just for You", "Hip Hap Hop") niet uitgebreid. Spargo zou de top 10 ook nooit meer bereiken. Het dichtst kwam de groep nog in de buurt met "Lady" (#15 in 1984).
  • Adam Ant scoorde op #35 zijn tweede solohit met "Friend or Foe", nadat "Goody Two Shoes" de achtste plaats bereikte. "Friend or Foe" bleef steken op #24.
  • The Pretenders kwamen op #36 binnen met "Back on the Chain Gang", dat hun vijfde Top 40-hit werd en de eerste sinds "I Go to Sleep" (#4 in 1981). Waar laatstgenoemde evenals debuutsingle "Brass in Pocket" (#7 in 1980) de top 10 haalden, bleven "Talk of the Town" (#31 in 1980) en "Message of Love" (#30 in 1981) teleurstellend laag steken. "Back on the Chain Gang" kwam niet verder dan #30 en behoorde daardoor tot de laatste categorie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten